Tuinkalender september
In deze maand wordt de tuin al weer klaar gemaakt voor het volgend jaar. Met een beetje geluk kan er nog ruim genoten worden van een heerlijke nazomer. Geen enkele reden om binnen te blijven, er valt namelijk buiten nog genoeg te doen. We beschrijven de belangrijkste tuinwerkzaamheden voor de maand september en enkele praktische tips:
Aan het eind van de maand kan er begonnen worden met het grotere gazononderhoud. Dit hangt af van de staat waarin de grasmat zich bevindt. Omdat het gras nu nog groeit, kan het nog gemakkelijk herstellen na het verticuteren. Maar maai bijvoorbeeld minder omdat het niet meer zo hard groeit als in de voorgaande maanden.
Maaien: Zoals gezegd groeit het gras nu niet meer zo hard als voorheen, waarbij het gazon elke week minimaal een keer gemaaid moest worden. Vanaf nu kan dit eens in de twee weken gebeuren. De stand van de maaier blijft tot aan het eind van het maaiseizoen op de dezelfde hoogte staan. Bij een siergazon is dit 2-3 centimeter en bij een speelgazon 3-4 centimeter.
Graskantverzorging: Doordat je met een grasmaaier niet alle plaatsen op het gazon kunt maaien is het belangrijk om eens in de 2 à 3 maaibeurten de graskanten bij te knippen. Dit kan zowel met een handschaar als een loopschaar. Ook een grastreemer of bosmaaier met nylon draad is toepasbaar en vooral makkelijk langs verhogingen zoals plantenbakken, paaltjes, bomen, enzovoort.
Om uw siergazon nog strakker te laten ogen steekt u twee maal per jaar de graskanten af, deze maand de tweede keer. Dit wordt gedaan door middel van een touw tussen pennen te spannen en langs het touw af een klein randje van het gazon af te steken zodat u een rechte graskant creeërt. Om er voor te zorgen dat het gras niet de bestrating op groeit steekt u de kantjes tussen de verharding en het gazon af. Kantensteken kan handmatig met een kantensteker gedaan worden of bij langere lengtes met een motorische kantensnijder.
Verticuteren: In de loop van het jaar kan er een viltlaag in het gazon gekomen zijn. Deze laag is ontstaan doordat de maairesten te groot waren om als voedingsstoffen door het gazon opgenomen te worden. Deze laag beperkt de aanvoer van zuurstof, water en voedingsstoffen naar de wortels en daardoor zal het gazon in conditie achteruitgaan. Je kunt er voor kiezen om het handmatig met een grashark te verwijderen maar er kan ook gekozen worden om te verticuteren, dit is een stuk minder zwaar. Daarvoor gebruiken we een verticuteermachine die de viltlaag tussen de grassprieten uitslaat, dit zorgt voor een berg afval na het afharken. Na afloop lijkt het gazon kapotgeslagen maar dat is niet zo. Door het vervolgens te bemesten en door te zaaien zal het gazon snel herstellen, dichtgroeien voordat het onkruid een kans krijgt. De beste tijd om dit te doen is in het voorjaar, maar als het te erg wordt kun je het verticuteren ook nu doen omdat het gras nog genoeg zal herstellen.
Bemesten: Voor een goed behouden gazon dien je drie keer per jaar je grasmat te bemesten. De laatste keer dat je het bemest in het seizoen gebeurt in september/oktober. Dit doe je met najaars gazonmest, wat een hoog fosfaatgehalte heeft en daarmee het gras afhardt voor de winter. Voor een exact gebruik van hoeveelheden dien je de handleiding te lezen, hierna kun je de kunstmest verdelen over het oppervlak. Dit kan handmatig of met een strooiwagentje.
Beluchten: Aan het eind van de zomer kan het gazon behoorlijk vastgelopen zijn. Op plekken waar de grasmat erg verdicht is zal het water niet in de grond zakken maar via het oppervlak worden afgevoerd of er ontstaat plasvorming. Om dit tegen te gaan kun je beluchten door middel van een prikrol of riek waarmee gaatjes in de bodem ontstaan. Door deze gaatjes in te vegen met wat scherp zand zullen de gaten intact blijven en zo zorgen voor een betere aanvoer van water, zuurstof en voedingsstoffen naar de wortels van de grasmat.
Onkruid bestrijden: Diepwortelende onkruiden zoals paardenbloemen kunnen het beste zo diep mogelijk met de hand uitgestoken worden zodat de kans op terugkomst klein is. Onkruid bestrijden door het gazon te bespuiten met bestrijdingsmiddel is ook een manier om het onkruid tegen te gaan. Kies dan wel voor een selectief middel, dat het gras niet aantast. Houdt rekening met de gebruiksaanwijzing en zorg dat het bespoten maaisel niet op de composthoop terrecht komt. Er kunnen namelijk stoffen in zitten die schadelijk zijn voor andere planten in de tuin.
De grond is nog redelijk warm en vochtig wat voordelig is voor het aanplanten van bomen, heesters, klimplanten en vaste planten in container of met kluit. Zorg ervoor dat je het plantgat ruim genoeg maakt en dat je de ondergrond goed losspit en eventueel verrijkt met compost, of in het geval van zuurminnende planten met turf. Zet de beplanting zo hoog dat de omringende grond even hoog ligt als de grond van de kluit. Stamp de grond goed aan bij het dichtgooien van het gat en geef regelmatig water bij droog weer.
Ook voorjaarsbloeiende bollen en knollen kunnen worden geplant. Plant ze twee tot driemaal zo diep als de bol of knol hoog is. Bekende soorten zijn narcissen, krokussen, sieruien en blauwe druifjes, maar denk ook aan minder toegepaste soorten als Chionodoxa, Ornithogalum, Scilla en Iris histrioides.
Perkplanten die uitgebloeid zijn kunnen nu uit de borders worden verwijderd en de composthoop op. Nu kunnen op deze plek voorjaarsbloeiende tweejarige planten geplant worden. Werk als het nodig is eerst organisch materiaal door de grond en egaliseer daarna het oppervlak. Nu kunnen de planten de grond in waarbij het belangrijk is dat ze goed aangedrukt worden en daarna water krijgen zodat de grond goed rond de wortels komt. Enkele mooie soorten zijn:
- Muurbloemen (Cheiranthus)
- Vergeet-mij-nietjes (Myosotis)
- Mariëtteklokje (Campanula medium)
- Duizendschoon (Dianthus barbatus)
- Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea)
- Ijslandse papaver (Papaver nudicaule)
Groenblijvende heesters kunnen in september verplant worden omdat de grond nog relatief warm is. Steek de plant zo uit dat er een zo’n groot mogelijke kluit overblijft. Het gat waarin de heester wordt geplant moet ongeveer eens zo breed zijn als de wortelkluit zelf. Zorg dat de grond goed gespit is en dat de bovenkant van de kluit gelijk is met het grondoppervlak. Vul daarna het plantgat aan met grond, stamp goed aan en geef genoeg water.
Verzorgen beplanting in september
Hagen worden minimaal twee maal per jaar gesnoeid en hebben voor het herstellen daarvan voldoende voedingsstoffen nodig. Door de grond onder de haag te verbeteren zullen de wortels niet snel opzoek hoeven naar voedsel in naastgelegen borders. Breng daarom een mulchlaag van compost aan, verwerk deze lichtjes door de grond. In het voorjaar kunnen er meststoffen aan toegevoegd worden.
Zaaien en oogsten
Op het moment dat je in september winterharde eenjarige planten zaait, zullen de planten vanaf begin mei volgend jaar bloeien. Doe dit door smalle, ondiepe geulen te trekken en het zaad af te dekken met een dun laagje grond. Maak de geul vochtig als de grond droog is. Door het in geulen te zaaien kun je de opkomende planten goed onderscheiden van het onkruid tijdens het wieden ervan. Enkele soorten die nu gezaaid kunnen worden zijn:
- Goudsbloem (Calendula officinalis)
- Korenbloem (Centaurea cyanus)
- Moerasbloem (Limnathus douglasii)
- Slaapmutjes (Eschscholzia)
- Slaapbollen (Papaver somniferum)
Vaste planten, een- en tweejarige, die niet zijn verwijderd of afgeknipt na de bloei hebben zaad kunnen vormen. Als de zaaddoosjes bruin gekleurd zijn en nog niet geopend zijn is dit een goed moment om het zaad te verzamelen om later weer te kunnen zaaien. Knip daarbij een flink stuk van de stengel af waar de zaaddozen aan zitten en laat ze binnen drogen voordat je het zaad er uit haalt. De zaden kunnen het beste in papieren zakjes, op een droge, luchtige plek gedroogd worden.
Snoeien in september
De meeste planten groeien in de zomermaanden het hardst. Daarom wordt in september voor het laatst vormsnoei toegepast op bijvoorbeeld hagen die in de zomer nieuwe scheuten gevormd hebben. Een goed onderhouden snoeischaar, (motorische- of elektrische) heggenschaar, een takkenschaar en een snoeizaagje kunnen je helpen om de volgende werkzaamheden zo prettig mogelijk te maken:
Hagen: Door op dit moment de hagen nogmaals te knippen, zorg je er voor dat ze strak de winter in gaan. Wanneer je de scheuten laat staan, vangen de hagen bij sneeuwval meer sneeuw op wat voor de beplanting te zwaar kan worden. Hierdoor kunnen takken breken en de vorm voor langere tijd worden aangetast.
Klimplanten: Ook klimop kan voor het laatst worden gesnoeid. Een wand van klimop hoeft namelijk nooit breder te zijn dan 30-40 centimeter. De standplaats van de klimop is bepalend voor de groeisnelheid en daarmee het aantal keren dat er een snoeibeurt nodig is. Dit gaat het makkelijkst met een (motorische) heggenschaar.
Vaste planten: Wanneer er vaste planten zijn uitgebloeid, kan het zijn dat ze er niet meer verzorgd uitzien en slordig lijken. Door ze terug te knippen ziet de border er weer redelijk netjes uit. Na het snoeien is het makkelijker om de planten te scheuren dan wanneer de pollen bijvoorbeeld van binnen kaal worden.
Bloempotten, bakken en kuipen kunnen leeg gemaakt worden als het zomergoed is uitgebloeid. Het afval kan op de composthoop en de bakken en potten moeten goed schoongemaakt worden zodat je zeker weet dat er geen schimmels in blijven zitten als je ze de volgende keer wilt vullen. Vruchten van appel- en perenbomen worden langzamerhand rijp en kunnen op dit moment geoogst gaan worden. Houd gave en beschadigde appels en peren uit elkaar. Beschadigd fruit kan namelijk niet goed bewaard blijven en zou in dat geval gelijk opgegeten moeten worden of verwerkt worden in een gerecht of product. Peren worden geplukt als ze nog hard zijn en moeten binnen verder rijpen.
Wier en kroos worden snel een plaag in de vijver, verwijder het daarom als er te veel van is. Kroos kun je met een schepnetje van het wateroppervlak halen. Wier kun je bijvoorbeeld om een stok draaien en uit het water tillen. Laat het een dag naast de vijver drogen zodat het daarna op de composthoop kan en de waterdiertjes de kans krijgen terug de vijver in te gaan. Ook zuurstofplanten kunnen de vijver opvullen en moeten in dat geval op dezelfde manier uitgedund worden. Andere vijverplanten zullen hierdoor ook weer een kans krijgen.
Door op tijd een net over de vijver te spannen, zorg je er voor dat er geen blad in terecht kan komen. Teveel blad in de vijver dat gaat rotten zorgt voor algengroei maar er komen ook stoffen vrij die giftig zijn voor vissen en andere dieren. Gebruik daarom een net met fijne mazen waar geen bladeren doorheen kunnen vallen.
Fauna in de tuin
Nestkastjes waar in het voorjaar door vogels in gebroed is, zijn nu verlaten en kunnen schoongemaakt worden. In het najaar zullen deze kastjes als slaapplaats worden gebruikt en krijgen daardoor een tweede functie. Zorg altijd dat de opening van een kastje naar het oosten hangt, zodat het niet zo snel naar binnen zal regenen.
Ziekten en plagen in september
Plaagdieren en ziektes zullen vanaf nu minder schade aan gaan richten. Maar door te overwinteren kunnen ze volgend jaar wel weer voor de nodige problemen zorgen. Ruim daarom het afval uit de borders op waarin het ongedierte kan overwinteren. Gooi het afval op de composthoop als het niet ziek lijkt te zijn, dan belandt het ooit weer in de borders tussen de beplanting.
Geel blad mag van planten worden verwijderd omdat hier snel schimmels op kunnen ontstaan. Groeitoppen die sterk zijn aangetast door meeldauw of luizen kunnen afgeknipt worden. Gooi dit groenafval niet op de composthoop maar bijvoorbeeld in de GFT-bak.
Wij hopen u met bovenstaande informatie handvatten te geven voor tuinonderhoud. Is uw tuin aan een metamorfose toe? Voor een tuinontwerp op maat neemt u eenvoudig contact met ons op. Elke nieuwe tuinopdracht vormt een uitdaging voor Bersselaar Groen die wij graag met passie aangaan. Wilt u een tuinontwerp of uw tuin laten aanleggen in de omgeving van Rosmalen, Den Bosch, Vught, Vlijmen of Schijndel? Vraag een offerte aan!