Tuinkalender juni

Nadat het gras in mei zijn groeipiek heeft gehad, moet het gazon tot aan het najaar onderhouden blijven om een goede grasmat te behouden. Dit is in juni ook net weer iets anders dan de vorige maanden, wat vooral veel met het weer te maken heeft. Zorg voor goed onderhouden gereedschap.

Maaien: Omdat het gras nu goed groeit, moet er minimaal eenmaal per week gemaaid worden. De stand van de maaier blijft vanaf nu tot aan het eind van het maaiseizoen op dezelfde hoogte staan. Bij een siergazon is dit 2-3 centimeter en bij een speelgazon 3-4 centimeter.

Graskantverzorging: Doordat je met een grasmaaier niet alle plaatsen op het gazon kunt maaien is het belangrijk om eens in de 2 à 3 maaibeurten de graskanten bij te knippen. Dit kan zowel met een handschaar als een loopschaar. Ook een grastrimmer of bosmaaier met nylon draad is toepasbaar en vooral makkelijk langs verhogingen zoals plantenbakken, paaltjes, bomen, enzovoort.

Onkruid bestrijden: Diepwortelende onkruiden zoals paardenbloemen kunnen het beste zo diep mogelijk met de hand uitgestoken worden zodat de kans op hun terugkomst klein is. Onkruid bestrijden door het gazon te bespuiten met bestrijdingsmiddel is vaak de enige manier om het onkruid tegen te gaan, los van het handmatig uitplukken van onkruid. Kies wel voor een selectief middel, dat het gras niet aantast. Houd rekening met de gebruiksaanwijzing en zorg dat het bespoten maaisel nooit op de compost hoop terecht komt. Er kunnen namelijk stoffen in zitten die schadelijk zijn voor andere planten in de tuin.

Water geven: Hoe korter het gras gemaaid wordt, des te vaker je moet sproeien. Bij een siergazon moet dit bij droog en warm weer dagelijks gebeuren. Een zwenk sproeier is hiervoor heel geschikt omdat het water zo goed verdeeld wordt. Sproei het liefst aan het eind van de middag of begin van de avond zodat er minder water verdampt dan op het heetst van de dag. Begin op tijd met sproeien. Op het moment dat het gras iets bruin begint te worden, ben je eigenlijk al te laat.

Alle perkplanten kunnen op dit moment worden geplant, omdat het zo goed als zeker niet meer vriest in deze tijd van het jaar. Heb je uitgebloeide voorjaarsbloeiers in de tuin staan, dan is dit een mooie plaats om die plek in te gaan vullen met perkgoed. Denk aan soorten als Pelargonium, Bidens, Salvia, Felicia, Lobelia of Brachyscome. Verwijder hiervoor dus eerst de uitgebloeide planten en verrijk de grond iets met samengestelde mest. Zet de perkplanten dicht bij elkaar om direct een dichte border te vormen. Geef ruim voordat je gaat aanplanten goed water, maar ook direct na de aanplant.

Om alvast vooruit te denken is dit een mooi moment om Anemonen knollen te planten. Dat komt omdat deze knollen ongeveer drie maanden na de aanplant beginnen te bloeien. Dus op het moment dat de meeste planten over hun hoogtepunt heen zijn, behoud je op deze manier nog genoeg bloei in de borders of potten. Werk eerst volop organisch materiaal door de grond, bijvoorbeeld compost, en plant de knolletjes daarna op een diepte van 5 centimeter en 8 tot 10 centimeter uit elkaar.

Een andere manier om een langer doorbloeiende border te behouden, is door het zaaien van winterharde eenjarige planten. Zaai ze, op de eerder beschreven wijze, door ondiepe geultjes te trekken en te besproeien als de grond droog is. Verdeel daarna het zaad en dek het af met een laagje grond. Om sneller profijt te hebben kun je kiezen voor snelgroeiende soorten zoals Clarkia, Godetia, Iberis en Calendula. Om later in het jaar te kunnen genieten van winterviolen, zaai je ze nu al in bakken met vochtige potgrond. Dek het zaad af met een dun laagje grond of donkere folie. Na een paar weken zullen ze ontkiemd zijn en zullen ze hanteerbaar zijn om overgepot te worden. In de herfst kunnen ze op hun eindbestemming geplant worden.

Geef pas geplante (fruit)bomen en (fruit)heesters regelmatig water bij droog weer. Een paar dagen zon met droge wind kan de grond namelijk snel doen uitdrogen. Nieuwe houtachtigen hebben veel water nodig om aan te slaan, daarom kan het zijn dat je elke dag water moet geven. Doe dit dan het liefst ‘s avonds zodat er zo min mogelijk water verdampt. Geef liever eenmaal flink water dan steeds kleine beetjes, zodat de plant dieper gaat wortelen in plaats van oppervlakkig. Een oppervlakkig wortelstelsel is veel gevoeliger voor droogte. Een mulchlaag kan er voor zorgen dat de grond extra vocht vast houdt en helpt bij de vorming van nieuwe wortels. Deze laag bestaat uit compost of oude stalmest dat door de grond is verwerkt.

Geef planten in potten en bakken elke dag water nu het steeds warmer wordt. Geef beplanting in hangmanden of wanneer het nog warmer wordt, zelfs tweemaal per dag water. Voeg hierbij voedsel voor de planten toe dat je in vloeibare vorm kunt verkrijgen. Door het te mengen met water krijgt de beplanting meteen de benodigde voedingsstoffen binnen. Lees altijd goed de gebruiksaanwijzing om de hoeveelheid te bepalen. Wil je investeren in bloei dan kun je het beste kiezen voor voeding met een hoog kaliumgehalte. Kies je voor een soort met een hoog stikstofgehalte dan zal de bloei minder zijn maar wordt de bladgroei bevorderd.

Uitgebloeide bloemen moet je regelmatig verwijderen om herbloei te bevorderen. Doe dit dus ook bij de planten in potten en manden zodat je er zo lang mogelijk van kunt blijven genieten.

De meeste tweejarige planten zoals vergeet-mij-nietjes, vingerhoedskruid, judaspenning en madeliefjes zijn nu uitgebloeid. Omdat ze nu afsterven kunnen ze worden verwijderd. De legen plekken die ontstaan kunnen ingezaaid worden met het zaad dat je uit de tweejarige planten schudt. Dit jaar zullen er dan nog jonge plantjes ontstaan die volgend voorjaar weer gaan bloeien.

Om goed te kunnen snoeien moet je zorgen voor onderhouden gereedschap zoals een snoeischaar, (motorische of elektrische) heggenschaar, een takkenschaar en een snoeizaagje. Dit zorgt voor een beter en sneller resultaat.

Ook deze maand moeten de nodige snoeiwerkzaamheden gebeuren:

Heesters: Wanneer heesters zoals Rhododendrons, Camellia’s en Seringen zijn uitgebloeid, verwijder je de bloemen zodat de plant geen zaad gaat vormen. In plaats daarvan steken ze hun energie in het aanmaken van bloemknoppen voor het volgend jaar. Wees voorzichtig bij Rhododendrons en Camellia omdat de nieuwe scheuten vlak onder de oude bloemen zitten. Bij seringen komt dit niet zo nauw en kun je die gewoon boven een paar bladeren of knoppen afknippen. Stel dat de Sering van onderen kaal geworden is, is dit een goed moment om hem gelijk flink aan te pakken. Door de takken op een hoogte van ongeveer 50 centimeter af te zagen, zullen er hierna nieuwe scheuten aangemaakt worden, waardoor je weer een dichte struik krijgt. Deutzia, Kolkwitzia, Philadelphus en Weigela zijn bladverliezende heesters die nu zijn uitgebloeid. Dood en beschadigd hout kan er altijd uitgeknipt worden, dus begin daar mee. Pas wanneer de struiken redelijk volgroeid zijn, haal je elk jaar ongeveer eenderde van de dikste takken tot ongeveer 10 centimeter boven de grond weg. Gebruik hier een takkenschaar voor of een snoeizaagje voor de dikste exemplaren. Nieuwe scheuten zullen in de zomer opkomen.

Fruit: Nederland heeft een klimaat waarbij de druif nooit veel rijpe trossen zal dragen. Wil je het maximale uit de plant halen, dan moet je zó snoeien dat de plant energie steekt in het fruit in plaats van de overige twijgen. Kort daarom de takken aan de hoofdstam in, waar druiven aan hangen, tot op een blad na maximaal de derde tros. De zijscheuten aan deze takken knip je ook weg tot ongeveer 1 of 2 bladeren.

Hagen: In principe kunnen hagen wel vijf keer in een groeiperiode gesnoeid worden, vooral bij buxus behoud je dan een compacte en dichte haag. Wil je het knippen van hagen beperkt houden dan is half juni een goede tijd. De meeste heesters lopen na de langste dag nog een keer uit. Zijn er wat kale plekjes achtergebleven na het snoeien, dan worden die alsnog opgevuld door het nieuwe schot.

Rozen: Omdat de meeste veredelde rozen een onderstam van een wilde roos hebben, kan het zijn dat daar of vanuit de wortels nieuwe scheuten groeien. Door ze op tijd weg te halen zorg je er voor dat ze de bedoelde roos niet overwoekeren. Trek de scheuten zo dicht mogelijk van de stam af zodat ze niet meer uitlopen, wat bij knippen wel het geval zou zijn.

Stamrozen, klimrozen en struikrozen kunnen hier allemaal last van hebben. Mochten er al uitgebloeide bloemen in de roos zitten, knip deze er dan uit om de bloeitijd van de plant te verlengen.

Vaste planten: Door vaste planten vlak na de bloei te snoeien, stimuleer je een tweede bloei in de zomer. Knip alle uitgebloeide stengels deze maand nog af en de plant zal geen energie steken in het aanmaken van zaad. Geschikte soorten zijn:

• Ooievaarsbek (Geranium)
• Klokjesbloem (Campanula)
• Ridderspoor (Delphinium)
• Kattenkruid (Nepeta)
• Lupine (Lupinus)

– Vaste planten die het blad als sierwaarde hebben kunnen nu gesnoeid worden door ze ongeveer tot de helft terug te knippen. Ze zullen op deze manier lager blijven en bossiger groeien. Denk hierbij aan:

• Grijsbladige Alsem (Artemisia)
• Salie (Salvia officinalis)
• Ballote (Ballota)
• Malrove (Marrubium)
• Heiligenbloem (Santolina)

Oosterse papavers en Euphorbia zien er na de bloei erg rommelig uit. Door ze tot aan de grond af te knippen zullen er deze zomer nog nieuwe scheuten ontstaan. Daarbij willen de papavers soms nog enkele bloemen geven.

Blijf terugkomend onkruid regelmatig en vroegtijdig verwijderen zodat het niet de kans krijgt zich te vermeerderen. Schoffel waar ruimte is en hark het onkruid uit de border, het liefst op droge, zonnige dagen. Pluk onkruiden waar geen ruimte is om te schoffelen en steek meerjarige onkruiden uit.

Bollen die zowel in het gazon staan als in borders kunnen nu geknipt worden omdat het inmiddels wel zes weken geleden is dat deze bollen bloeiden. Als je het loof te vroeg afknipt zullen de bollen volgend jaar niet bloeien. Het gras zal wat geel zijn na het maaien op plekken waar de bollen staan, maar dat zal snel bijtrekken.

Het aanbinden van vaste planten en klimrozen blijf je deze periode doen. Ze zullen blijven groeien dus de kans dat takken of volledige planten gaan hangen is vrij groot. In de vorige maand is verteld hoe je het beste kunt aanbinden door middel van bindbuis of bamboestokken. Rijshout kan ook gebruikt worden als versteviging voor vaste planten. Dat zijn stevige takken waar de planten doorheen groeien en waar ze steun aan hebben. Kamerplanten die de rest van het jaar binnen staan kunnen op zachte dagen het terras op. houd ze wel uit de felle zon omdat ze dat niet gewend zijn. Het zal het terras leuk aankleden en de frisse buitenlucht is ook nog eens erg goed voor de planten.

Het wordt warmer en droger en daardoor zal er ook steeds meer water uit de vijver verdampen. Houdt daarom de waterstand in de gaten en vul de vijver bij wanneer het nodig is. Dit kan gewoon met koud leidingwater.

In grote vijvers hebben vissen weinig voer nodig, maar in de kleinere vijvers is voeren wel noodzakelijk. Doe dit maximaal een keer per dag en het liefst met drijvend voedsel. Zo kun je gemakkelijk controleren of je voldoende of juist teveel geeft. Als de vissen het voer binnen vijf minuten op hebben, heb je voldoende gegeven.

Wier en kroos worden snel een plaag in de vijver, verwijder het daarom als er te veel van is. Kroos kun je met een schepnetje van het wateroppervlak halen. Wier kun je bijvoorbeeld om een stok draaien en uit het water tillen. Laat het een dag naast de vijver drogen zodat het daarna op de composthoop kan en de waterdiertjes de kans krijgen terug de vijver in te gaan.

Fauna in de tuin

Met warme dagen zijn vogels op zoek naar drinkwater en naar water om in te badderen. Als je een vijver hebt kun je daar een ondiep gedeelte in maken zodat je een soort badplaats maakt. Een ondiepe schaal gevuld met water kan ook als drink- en badplaats dienen.

Vooral in warme periodes kunnen rozen last krijgen van luizen. Een paar luizen veroorzaken geen problemen omdat die vaak al door vogels en insecten worden gevangen. Maar zodra het er te veel worden, kan dit de roos wel degelijk aantasten. Daarom zou je op dat moment de luizen kunnen bestrijden met biologisch bestrijdingsmiddel dat in de winkel te verkrijgen is. Lees voordat je gaat spuiten goed de gebruiksaanwijzing en bestrijd het als de zon niet meer op de rozen staat.