Tuinkalender juli

Juli is een warme en droge maand waarbij het nodig kan zijn om de onderhoudswerkzaamheden van het gazon aan te passen aan het weer. Dit hangt af van de temperatuur, de regenval en de conditie van de grasmat. Zorg altijd voor goed onderhouden gereedschap. Maaien: Omdat het gras nu goed groeit, moet er minimaal eenmaal per week gemaaid worden. De stand van de maaier blijft tot aan het eind van het maaiseizoen op dezelfde hoogte staan. Bij een siergazon is dit 2-3 centimeter en bij een speelgazon 3-4 centimeter. Zet de stand wat hoger in droge perioden en maai iets minder vaak. Het gras zal niet zo snel groeien. Door het maaisel in die periode op het gazon te laten liggen, zal het vocht net zoals bij een mulchlaag in de bodem blijven.

Graskantverzorging: Doordat je met een grasmaaier niet alle plaatsen op het gazon kunt maaien is het belangrijk om eens in de 2 à 3 maaibeurten de graskanten bij te knippen. Dit kan zowel met een handschaar als een loopschaar. Ook een grastrimmer of bosmaaier met nylon draad is toepasbaar en vooral makkelijk langs verhogingen zoals plantenbakken, paaltjes, bomen enzovoort. Onkruid bestrijden: Diepwortelende onkruiden zoals paardenbloemen kunnen het beste zo diep mogelijk met de hand uitgestoken worden zodat de kans op hun terugkomst klein is. Onkruid bestrijden door het gazon te bespuiten met een bestrijdingsmiddel is ook een manier om het onkruid tegen te gaan, naast het handmatig uitplukken van onkruid. Kies wel voor een selectief middel dat het gras niet aantast. Houd rekening met de gebruiksaanwijzing en zorg dat het bespoten maaisel nooit op de composthoop terrecht komt. Er kunnen namelijk stoffen in zitten die schadelijk zijn voor andere planten in de tuin.

Water geven: Hoe korter het gras gemaaid wordt, des te vaker je moet sproeien. Bij een siergazon moet dit bij droog en warm weer dagelijks gebeuren. Een zwenksproeier is hier heel geschikt voor omdat het water zo goed verdeeld wordt. Sproei het liefst aan het eind van de middag of begin van de avond zodat er minder water verdampt dan op het heetst van de dag. Begin op tijd met sproeien. Op het moment dat het gras iets bruin begint te worden, ben je eigenlijk al te laat. Dit is schadelijker voor een jong gazon dan voor een gazon dat er al wat jaartjes ligt.

Bollen die in september, oktober of zelfs in november bloeien zijn najaarsbloeiers die nu geplant kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn de Crocus, Nerines en Colchicum. Plant ze op een beschutte, zonnige standplaats in goed doorlatende grond. Net zoals bij andere bollen en knollen moeten ze tweemaal zo diep geplant worden als dat ze zelf hoog zijn.

Hoe eerder perkplanten geplant worden, hoe beter. Ze hebben namelijk de tijd nodig om aan te slaan en de rest van de zomer te bloeien. Zie de maand juli daarbij als laatste kans dat er perkgoed geplant kan worden in bijvoorbeeld potten, manden of borders. Zet de planten dicht tegen elkaar omdat deze de kans niet meer krijgen om, net als vaste planten, dicht te groeien. Geef voor en na het aanbrengen de grond rijkelijk water.

Door rozen te bemesten zullen ze de kracht krijgen om nieuwe knoppen aan te maken en later in het jaar opnieuw te gaan bloeien. Speciale rozenmest met een hoog kaliumgehalte is hier geschikt voor. Strooi een laagje mest rond de rozen en hark het lichtjes door de grond. Doe dit voor een regenbui of besproei de grond na het bemesten met water.

Omdat het deze maand erg warm en droog kan zijn, zou je de potgrond in potten af kunnen dekken om verdamping te voorkomen. Het is effectief en het ziet er nog eens fraai uit omdat je gebruik kunt maken van verschillende materialen zoals grind, split, houtsnippers, boomschors of cacaodoppen. Naast het feit dat het water beter wordt vast gehouden, remt het ook nog eens de onkruidgroei.

Om de de bloei van planten te verlengen of te stimuleren voor een tweede bloei is het belangrijk ze te bemesten met organische mest. Doe dit bij vaste planten nadat je de uitgebloeide plantdelen hebt weggeknipt en geef na het bemesten volop water.

Geef planten in potten en bakken elke dag water nu het steeds warmer wordt. Geef beplanting in hangmanden of wanneer het nog warmer wordt, zelfs tweemaal per dag water. Zelfs als het regent is dit nodig, omdat het meeste water via het blad naast de pot valt. Voeg hierbij voedsel voor de planten toe, dat je in vloeibare vorm kunt kopen. Door het te mengen met water krijgt de beplanting meteen de benodigde voedingsstoffen binnen. Lees altijd goed de gebruiksaanwijzing om de juiste hoeveelheid te bepalen. Wil je investeren in de bloei dan kun je het beste kiezen voor voeding met een hoog kaliumgehalte. Kies je voor een soort met een hoog stikstofgehalte dan zal de bloei minder zijn maar wordt de bladgroei bevorderd.

De groeikracht van Irissen neemt na een aantal jaren af. Dit is een goed moment om ze te delen nadat ze zijn uitgebloeid. Graaf de pollen voorzichtig op en verwijder daarbij al het onkruid, wat eerder lastig te doen was. Aan de rand van de wortel vormen de jongste delen van de Iris een nieuwe plant. Deze kunnen er af worden gesneden waarbij je kleine plantjes met enkele bladeren over houdt. Dit blad snijd je voor de helft weg om waterverlies via het blad te beperken. Dood blad mag je er ook vanaf trekken. Het oude stuk van de Iris kun je weggooien en de nieuwe kunnen weer aangeplant worden. Plant ze niet te diep, in groepjes en geef ze daarna volop water.

Om mooie en gezonde vruchten aan een appel- of perenboom te laten komen, is het belangrijk de vruchten uit te dunnen. Nadat de bomen in juni spontaan al wat appels en peren hebben laten vallen, kun je nu beginnen met het verwijderen van hele kleine, zieke of beschadigde vruchten. Daarna haal je er nog zoveel weg dat elke appel of peer 10 centimeter uit elkaar hangt. Dit lijkt op het eerste gezicht erg veel, maar uiteindelijk heeft de oogst een veel betere kwaliteit en heb je daar dus meer profijt van.

Het merendeel van de planten steekt zijn energie op dit moment in de groei of bloei. Om langer te kunnen genieten moet er op verschillende manieren gesnoeid worden. Een goed onderhouden snoeischaar, een (motorische of elektrische) heggenschaar, een takkenschaar en een snoeizaagje kunnen je helpen bij de volgende werkzaamheden:

Bomen en heesters: Verwijder hierbij het opschot dat van onder uit de plant komt of scheuten die vanuit de opgekroonde stam komen. Zo voorkom je dat de plant zijn energie hier in gaat steken. Bij bontgekleurde planten zie je wel eens groene scheuten ontstaan, ook deze worden gelijk met een snoeischaar afgeknipt.

Coniferen: Deze hagen moeten minimaal eenmaal per jaar gesnoeid worden om de groei binnen de perken te houden. Vooral een Leylandcipres kan wel 60 tot 90 centimeter per jaar groeien. Aanbevolen wordt om deze maand de hagen voor de eerste keer te snoeien en in oktober nog eens (zie de maand oktober). Door vaker te knippen zul je een compactere haag krijgen en niet zo snel kale of bruinen plekken achterlaten als na een sporadische snoeibeurt.

Klimplanten: Snoei de blauwe regen door alle scheuten die deze zomer zijn aangemaakt in te korten. Doe dit door ze tot ongeveer 5 knoppen van de hoofdstengel af te knippen. Dit zal de aanmaak van nieuwe bloemknoppen voor het volgend jaar stimuleren. Rozen: Om rozen tot in de herfst door te laten bloeien is het belangrijk uitgebloeide bloemen weg te knippen. Dit wegknippen moet tot een lagere knop die in een bladoksel zit gebeuren. Het eerste vijftallig blad dat naar buiten gericht staat kun je hier het beste voor gebruiken zodat de nieuwe scheut naar buiten groeit en het binnenste van de plant open laat. Bij wilde rozen kun je dit beter niet doen, omdat die juist later rozenbottels krijgen die een belangrijke sierwaarde geven.

Vaste planten: Zoals vorige maand al stond beschreven is het belangrijk vaste planten af te knippen om ze een kans te geven op een tweede bloei. Dit kun je het beste doen met een heggenschaar voor lagere vaste planten en met een snoeischaar voor hogere. Laat de planten staan als je er zaad van wilt hebben, dit wordt namelijk na de bloei gevormd en is er meestal gemakkelijk uit te schudden.

Eenjarigen: Violen en Petunia’s zien er rond deze tijd meestal wat rommelig uit en kunnen dus het beste flink ingekort worden met een heggenschaar. Door flink water en vloeibare mest toe te voegen met een hoog kaliumgehalte zullen ze snel weer uitlopen en later ook weer opnieuw bloeien.

Blijf tegenkomend onkruid regelmatig en vroegtijdig verwijderen zodat het de kans niet krijgt zich te vermeerderen. Schoffel waar ruimte is en hark het onkruid uit de border, het liefst op droge, zonnige dagen. Pluk onkruiden waar geen ruimte is om te schoffelen en steek meerjarige onkruiden uit. Het aanbinden van vaste planten en klimrozen blijf je ook in deze periode doen. Ze zullen blijven groeien dus de kans dat takken of volledige planten gaan hangen is vrij groot. In de vorige maanden is verteld hoe je het beste kunt aanbinden door middel van bindbuis of bamboestokken. Rijshout kan ook gebruikt worden als versteviging voor vaste planten. Dat zijn stevige takken waar de planten doorheen groeien en steun aan hebben. Vakantie: Omdat juli een van de vakantiemaanden is geven we ook daar wat tips over om de tuin er na thuiskomst niet als een oerwoud bij te laten liggen.

• De beste manier is om iemand anders de tuin bij te laten houden. Water geven en eventueel maaien, onkruid verwijderen en vissen voeren zijn dan de belangrijkste werkzaamheden die niet achterstallig mogen worden.
• Maai het gras voor vertrek niet te kort omdat het dan nog sneller gaat groeien.
• Kamerplanten kunnen naar buiten en zullen tijdens regenbuien water krijgen. Je zou ze zelfs tijdelijk met pot en al in een border kunnen graven.
• Automatische druppelsystemen zijn niet duur en gemakkelijk te installeren zodat de beplanting regelmatig water zal krijgen.
• Breng in de tuin een mulchlaag aan waardoor het water goed vastgehouden wordt. Maak de grond wel eerst goed nat voordat je deze laag aanbrengt.
• Door de beplanting voor vertrek te bemesten en flink wat water te geven zal het dieper de grond in trekken. Dit voorkomt een oppervlakkig wortelstelsel dat sneller voor uitdroging zorgt.

In een warme en droge julimaand zal er steeds meer water uit de vijver verdampen. Houdt daarom de waterstand in de gaten en vul de vijver bij wanneer het nodig is. Dit kan gewoon met koud leidingwater.

In grote vijvers hebben vissen weinig voer nodig, maar in de kleinere vijvers is voeren wel noodzakelijk. Doe dit maximaal een keer per dag en het liefst met drijvend voedsel. Zo kun je gemakkelijk controleren of je voldoende of juist teveel geeft. Als de vissen het voer binnen vijf minuten op hebben, heb je voldoende gegeven.

Wier en kroos worden snel een plaag in de vijver, verwijder het daarom als er te veel van is. Kroos kun je met een schepnetje van het wateroppervlak halen. Wier kun je bijvoorbeeld om een stok draaien en uit het water tillen. Laat het een dag naast de vijver drogen zodat het daarna op de composthoop kan en zodat de waterdiertjes de kans krijgen terug de vijver in te gaan. Ook zuurstofplanten kunnen de vijver opvullen en moeten in dat geval op dezelfde manier uitgedund worden.

Fauna in de tuin

Het warme weer zal er voor zorgen dat de werkzaamheden in de tuin vooral ‘s morgens en ‘s avonds worden gedaan. Een ander voordeel is dat er op die tijden niet zoveel insecten meer aanwezig zijn dan midden op de dag. Je zult ze zo minder storen en zelf heb je er ook minder last van. Blijf bij het knippen van hagen wel controleren of er geen vogels genesteld zitten. Wacht anders met snoeien tot de vogels zijn uitgevlogen.

Meeldauw komt vaak voor bij rozen als het droog weer is. Door het aangestaste blad dat op de grond ligt op te ruimen zul je de verspreiding van meeldauw zoveel mogelijk tegen kunnen gaan. Gooi het blad alleen nooit op de composthoop omdat dit later weer in de tuin verspreid wordt. Daarmee loop je de kans dat je andere planten in de tuin aantast. Meeldauw komt voor bij planten die het moeilijk hebben door een tekort aan water. Een gemakkelijke bestrijdingsmethode is daarom het geven van voldoende water.

Allerlei soorten bladluizen kunnen virusziekten verspreiden en moeten daarom worden bestreden. Controleer appelbomen op appelbloedluis. Deze luizen kunnen jonge toppen waaruit de groei plaatsvindt, misvormen. Door ‘s avonds te spuiten zullen andere onschuldige of nuttige insecten hier geen last van hebben. Spuiten doe je met een milieuvriendelijk middel op basis van paraffineolie.

Als je een hele diverse tuin hebt met verschillende plantsoorten zullen er ook meer verschillende insecten op af komen. Zo zul je een beter evenwicht krijgen tussen plaagdieren en nuttige insecten die ze bestrijden. Door meer soorten beplanting in de tuin aan te brengen maak je dus je eigen biologische bestrijdingsmiddel dat zijn eigen werk zal doen.